indyvanboxem.reismee.nl

Het einde

Donderdag vroeg in de ochtend heb ik de bus van Kandy naar Negombo genomen. Janne en Sies bleven verder reizen in Sri Lanka en dus heb ik toen afscheid van ze moeten nemen...

Vier uur later kwam ik aan in Negombo, in het hotel waar ik mijn laatste nacht zou slapen. Het was een super mooie en luxe kamer. Zo rond de middag ben ik naar Jasmin Villa, verderop in de stad, gegaan en heb ik daar nog een relaxende aruyvedische massage genomen.

Vrijdagochtend was het tijd om naar het vliegveld te gaan. Zo’n tien minuten van het hotel vandaan. Mijn eerste vlucht was terug naar Londen. Daar moest ik een nacht verblijven om zo op zaterdagochtend naar Düsseldorf te vliegen en later op de dag thuis te komen! Dat was dan het einde van mijn prachtige reis!

Bedankt voor het lezen!

In het speciaal; Janne en Sies bedankt voor de zes leuke en onvergetelijke weken, ik zie jullie in Gent!

Brandende kuiten

Op vrijdag zijn we al vroeg vertrokken vanaf Ambalangoda op weg naar Dalhousie, dit is het plaatsje aan de voet van Adam’s Peak. Eerst namen we een trein van Ambalangoda naar Colombo, vanaf daar een trein naar Hatton en het laatste stuk met de tuk tuk naar onze homestay in Dalhousie. Het was een super mooie route tussen de groene heuvels door met een heleboel prachtige theeplantages. De treinritten zijn echt een must in Sri Lanka!


Eenmaal aangekomen in ons verblijf hebben we een aantal andere reizigers ontmoet. Zo hebben we de volgende ochtend met een meisje en jongen van Zweden Adam’s Peak beklommen. Adam’s Peak, ook wel Sri Pada genoemd, heeft een top van 2243 meter hoog. Het is de belangrijkste en populairste bedevaartsplaats van Sri Lanka. Het is de heilige berg van het land, die vereerd wordt door zowel boeddhisten als hindoes, moslims en christenen. De berg wordt altijd ‘s nachts beklommen om op de top de zonsopkomst te aanschouwen. Echter is dit niet het seizoen om hem te beklimmen, en was van te voren al uitgesloten dat wij de zonsopgang zouden gaan zien. Daarom zijn we ‘pas’ om 5 uur ‘s ochtends met de pittige beklimming van totaal maar liefst 5200 traptreden, begonnen. Toen we na twee uur de top hadden bereikt gaf het echt een gevoel van overwinning! Maar daarna moesten we nog helemaal naar beneden...


Dezelfde dag nog zijn we vertrokken naar Nuwara Eliya. Tegen het eind van de middag zijn we in een mooi guest house aangekomen, waarvan de man super lief en zorgzaam was! Het stadje ligt op een hoogte van 1900 meter en is daarmee de hoogste van Sri Lanka. Het is in handen geweest van Britse Kolonisten en heeft daarom een Engelse stijl. Wat grappig is om te zien omdat de omgeving wel Singalees is, maar de huizen van Britse stijl zijn. Het is hier ook een stuk kouder dan in de rest van het land, overdag ligt de temperatuur rond de 18 graden. De inwoners zelf lopen met mutsen en sjaals door de stad.


Het Zweedse koppel had ook Nuwara Eliya op hun planning staan en zo hebben we de zondag met hun doorgebracht. Onze dag begon met een heerlijk en uitgebreid ontbijt in het guest house. Daarna zijn we naar de theefabriek; Pedro gegaan. Daar kregen we een rondleiding en uitleg over hoe de thee gemaakt wordt. Op het eind mochten we een lekker kopje proeven. De fabriek is omringd door al de mooie theeplantages.

Niet ver van de fabriek vandaan stroomt een waterval, genaamd Lovers Leap. Uitleg over de naam kun je vinden tussen de foto’s! Tegen het eind van de middag hebben we ‘afternoon tea’ gehad in een fancy hotel. We konden kiezen uit een uitgebreid assortiment van thees, waarbij we heerlijke hapjes kregen.


Op maandag ochtend zijn we met z’n allen naar de bioscoop gegaan. De film Solo van Star Wars draaide en dus hebben we deze gezien. Het was niet erg anders dan de bioscoop in Nederland, alleen was er tijdens de film geen pauze. Het was een spannende film, aanrader! Na de film hebben we ons gehaast naar het treinstation om daar de trein te nemen naar Ella. Echter stonden we nog dik een half uur op hem te wachten, maar eind goed al goed we kwamen aan in Ella en het was een mooie rit! De weg naar het hostel ging van hoog naar laag, niet erg handig met een koffer die ook nog een wiel verloren heeft... Gelukkig was ik met Janne en Sies, die mij geholpen hebben en ben ik niet nog een wiel kwijt! Het hostel was erg mooi en we zijn er twee nachten verbleven. Nog steeds samen met de Zweden op pad, wat erg gezellig was.


Onze benen nog amper hersteld van Adam’s Peak, hebben we op dinsdag in de ochtend Ella Rock beklommen. Weer was het uitzicht vanaf de top adembenemend. Na de lunch hebben we Little Adam’s Peak beklommen, dit was een stuk minder pittig. Vanaf Little Adam’s Peak heb je uitzicht op Ella Rock, erg mooi! Als laatst hebben we The Nine Arches Bridge bezocht. Zoals de naam al zegt heeft de brug negen bogen. De trein van Ella naar Badulla rijdt over deze brug.


Op woensdag moesten we helaas al het prachtige en gezellige Ella verlaten en hebben we afscheidt moeten nemen van de Zweden. Ik ben samen met Janne en Sies van Ella met de trein vertrokken naar Kandy, waar we samen voor de laatste keer overnachten. Morgen zal ik naar Negombo vertrekken om daar vrijdag mijn vlucht te nemen.

Regenachtige stranddagen

De afgelopen week verbleven we nog steeds in de vrijwilligers accommodatie in Ambalangoda. Zoals ik al heb uitgelegd, hadden we besloten niet meer deel te nemen aan het schildpadden project. Terwijl we de captain, zoals hij zichzelf noemt, vorige week al hadden uitgelegd waarom, moesten we alsnog een brief schrijven waarom we niet meer deel willen nemen. Ook elke keer als we de accommodatie verlaten moet er een briefje geschreven worden, om daarin te vermelden dat The Green Lion niet meer verantwoordelijk voor ons is. In deze twee weken dat ik in Ambalangoda verbleven heb, is mijn beeld van The Green Lion er niet veel beter op geworden. Zo heb ik het idee dat ik veel te veel betaald heb voor het schildpadden project. Het eten in deze accommodatie is qua kwaliteit niet te vergelijken met het eten op de andere projecten. The Green Lion doet er alles aan om geen slechte naam te krijgen. Ook gaat er maar een klein deel van ons geld naar de schildpadden en wordt, zo lijkt het, de rest in captain zijn broekzak gestopt. De drie zussen van de captain werken in deze accommodatie, ze zijn echt heel vriendelijk en behulpzaam. Het gekke is dat ze het grootste deel van de dag op hun kont zitten.

Deze week hebben we dus zelf ingevuld met een aantal uitstapjes. Helaas zat het weer deze week niet mee en hebben we ook veel tijd doorgebracht in het verblijf. Wel hebben we Hikkaduwa nog een keer bezocht om daar wat te winkelen. Aan het strand van Hikkaduwa hebben we een wilde zeeschildpad gezien! Hij zwom erg dicht langs de kust en een lokale man voerde hem zeewier, waardoor de schildpad steeds dichterbij kwam. Het was de grootste schildpad die ik heb gezien!

Op dinsdag zijn we naar Unawatuna gegaan, waar we ‘Jungle Beach’ hebben bezocht. De naam was even mooi als het strand zelf! Helaas konden we maar een half uurtje van het zonnetje genieten en begon het daarna te regenen. Echter was het wel de moeite waard het strand gezien te hebben.

Morgen, 25 mei, vertrekken we en gaat al mijn laatste week in. Samen met Janne en Sies, met wie ik tot nu toe al deze vijf weken heb gereisd, gaan we landinwaarts om daar een aantal pittige wandelingen/beklimmingen te maken!

Toetje gaat niet naar de maag, maar naar het hart

Het begon allemaal op de vrijdag ochtend, de regen! Met z’n vijven gingen we op weg naar het busstation. Nog net niet doorweekt zaten we in de bus op weg naar Dondra Head. Daar aangekomen hebben we het meest zuidelijke puntje van Sri Lanka bezocht, waar een prachtige vuurtoren stond. Vanaf dit punt tot Antarctica zit niks meer of minder dan 8 000 kilometer zee.

Vanaf daar zijn we naar Mirissa gegaan, waar we in een leuke homestay hebben overnacht. De broer van de vrouw van de homestay, werkt op een boot waarmee ze whale watchen. Zo hebben we besloten mee te gaan. Zaterdag begon onze dag daarom al vroeg. Het eerste uur van de boottocht verliep vrij goed, totdat ik me behoorlijk zeeziek begon te voelen. We hebben een aantal walvissen gezien en ook van behoorlijk dichtbij! Echter was het voor mij moeilijk om van de momenten te genieten, maar ik heb ze gezien en gelukkig hebben de anderen wel kunnen filmen! Toen we weer terug vaarde naar de haven heb ik onderin de boot op een bedje kunnen liggen waardoor ik me gelukkig al wat minder misselijk voelde.

‘s Middags zijn we vanaf Mirissa naar Galle gegaan. Nadat we een half uur door de stad hebben gelopen, als maar verder van het centrum af, kwamen we aan in ons hostel... Al toen ik binnen kwam kreeg ik twijfels of het wel een goede plek was om te slapen, de anderen dachten hetzelfde als ik. De meneer liet ons de kamers zien, die niet al te schoon waren en er was een rooklucht door het hele hostel te ruiken. Kort uitgelegd, we wilde hier liever niet onze nacht doorbrengen. Snel hebben we wat anders geboekt en de meneer verteld dat we hier niet wilde blijven, wat niet zo gemakkelijk ging. Hij had natuurlijk de kamers voor ons bezet gehouden en kon ze nu niet meer aan iemand anders verhuren. Na een aantal discussies gevoerd te hebben, kwamen we tot de overeenkomst de helft te betalen. Te voet gingen we terug naar het centrum. Daar hebben we super lekker gegeten aan zee. Het toetje was het beste wat ik hier deze vier weken heb gehad en maakte de hele dag weer goed! Na de heerlijke maaltijd zijn we naar het nieuwe hostel gegaan, wat tot onze opluchting super mooi en schoon was.De volgende dag hebben we het Dutch Fort van Galle bezocht, maar we hadden wat pech want het regende. Al snel namen we de bus verder terug naar huis, maar eerst maakte we nog een stop in Hikkaduwa. Het begon als maar harder te regenen dus zijn we meteen terug gegaan naar onze accommodatie in Ambalangoda.

Voluntourism

Op zondag ben ik hier aangekomen in Ambalangoda. De locatie is fantastisch, nog geen twee minuten en ik sta op het strand. De plaats zelf is niet al te groot, het centrum is niet ver van ons vandaan. In de middag hebben we een wat grotere, meer toeristische stad Hikkaduwa bezocht, waar we onszelf hebben verwend met een heerlijke lunch.

Maandag is ons project begonnen, wat deel uitmaakt van The Green Lion. Er zijn twee locaties waar de tanks van de schildpadden staan, beide aan het strand.

Alle 35 van het project zijn disabled turtles; sommige missen een vin, andere kunnen niet goed zien, missen een oog, weer andere zijn verminkt door mensen of blijven drijven doordat ze plastic hebben gegeten.

In eerste instantie was het super leuk al de prachtige en verschillende schildpadden te zien, maar al snel verdween dit enthousiaste gevoel. De tanks waarin ze verblijven zijn erg klein, sommige worden gedeeld met meerdere en anderen zitten alleen. Ook kreeg ik mijn twijfels over de opzet van het project. Ben ik daadwerkelijk de dieren aan het helpen, of gaat mijn geld alleen naar The Green Lion?

Bij sommige van de schildpadden is het de bedoeling dat ze sterker moeten worden in de opvang om later terug te kunnen in de zee. Echter geldt dit maar voor een klein deel van de schildpadden, veel zijn te zwak om terug te kunnen. Sommige raken zelfs te veel gewend aan het leven op het project waardoor vrijlaten geen optie meer is. Hoewel de schildpadden disabled zijn, vind ik dat ze in het wild horen te leven en sterven en wel volgens het principe; survival of the fittest. Wij ‘helpen’ ze hier langer te leven, en of ze gelukkig zijn in hun kleine tanks is voor mij een vraag. Er wordt tijdens het project weinig informatie gegeven en ik leer hier niks in vergelijking met het olifanten project. Ik krijg niet het gevoel dat mijn hulp de schildpadden goed doet. Doordat ik dit project heb betaald stimuleer ik juist iets waar ik totaal niet achter sta, wat ik teleurstellend vind.

Wij als vrijwilligers voederen een aantal dagen in de week de schildpadden. Hiervoor worden ze om en om in een andere tank geplaatst, wij gooien visjes in het water voor hun om op te eten. We maken alle tanks van binnen schoon. Op sommige dagen ruimen we het afval van het strand op, wat in eerste instantie een goed iets lijkt! Echter is het de vraag wat er met al het afval gebeurd. Het meest waarschijnlijke is dat het wordt verzameld op een plek en daar wordt verbrand. Het afval is dan van het strand, maar het verbranden ervan is even slecht voor het milieu. Één keer per week worden de schildpadden gewassen. Hiervoor plaatsen we ze uit de tanks, ‘smeren’ zand uit over de schild en schrobben lichtjes met een stuk van een kokosnoot.

Op donderdag hebben we de manager verteld hoe wij dit project zagen. Hij begreep ons wel, maar er is niks wat hij eraan kon veranderen. Eindeloos herhaalde hij dat Sri Lanka een ander land is dan de landen waar wij vandaan komen, ze kunnen hier niet zomaar disabled schildpadden laten sterven. Hij probeerde dit argument te verdedigen door te zeggen dat het geloof hierin ook een rol speelt. Dit zou deels waar kunnen zijn, maar nog steeds; zolang mensen naar dit project toe gaan, wat verleidelijk is omdat de dieren aangeraakt mogen worden en fotootjes gemaakt mogen worden terwijl ze vast gehouden worden, blijft het bestaan en zal er geen verandering komen in dit ‘misbruik maken van’ de schildpadden.

Zo hebben we besloten dit project niet nog een week te gaan doen, maar na vandaag te stoppen.

Om een indruk te geven, heb ik wel een aantal foto’s gemaakt van de schildpadden en de tanks.

Saving elephants by helping people

Op maandag ochtend toen we wakker werden kregen we te horen dat er ‘s nachts een olifant op ons terrein was geweest. Hij is zelfs langs onze slaapkamer opgelopen, maar ik heb er niks van gemerkt. Een van de medewerkers is ‘s nachts opgebeld en heeft geprobeerd de olifant weg te jagen. Uiteindelijk was dit gelukt en was de schade gelukkig bij ons niet al te groot. Daarna ging de olifant door naar het dorp, waar hij wel schade heeft aangericht. Een huis was zo goed als verwoest...

Deze ochtend stonden de camera traps op het programma. In het bos gebben we een aantal camera’s in de bomen hangen, die foto’s maken op beweging. We hangen ze voornamelijk op om luipaarden of olifanten op beeld te krijgen. Wat we hebben gedaan is de SD kaarten en batterijen gewisseld, de camera aan de hand van een soort afstandsbediening ingesteld, een aantal gegevens genoteerd en ze weer terug geplaatst. Op de foto’s ware verschillende olifanten, luipaarden, pauwen en wilde katten te zien. Het geeft toch wel een gek gevoel dat wij werken in de leefgebieden van deze dieren. Na de lunch zijn we naar de boomhutten gegaan. In de boomhutten hebben we totaal drie olifanten gezien. De eerste die we zagen was een mannetje, hij stak de weg over niet ver van ons vandaan. Later staken er nog twee olifanten over, een mannetje en vrouwtje. Als we olifanten zien noteren we altijd een aantal gegevens zoals; geslacht, gezondheid, schatting van leeftijd, etc. Deze gegevens worden altijd bijgehouden zodra we olifanten zien, zo blijven we goed op hoogte van hun gedrag en gezondheid.


Dinsdagochtend gingen we met een deel van de groep naar de zelfgemaakte hekken waaraan bijenkorven hangen om deze te controleren; beehive fence monitoring. De bedoeling is dat de olifanten tegen de bedrading aanlopen, waaraan de bijenkorven hangen, zo worden de bijen wakker en zouden ze de olifanten moeten steken. De omheiningen staan rondom de huizen of tuinen van de mensen om de olifanten weg te jagen en zo schade te voorkomen.

We zijn bij drie omheiningen geweest, met elk rond de twintig korven. Bij elke omheining was er maar één korf met bijen, wat niet veel nut heeft om de olifanten weg te jagen. Door de droogte vertrekken de bijen en blijven de meeste korven leeg. Wat wij doen is de korven controleren, gras weghalen, hier en daar de bedrading van de korven opnieuw of beter vastmaken. Nu er geen bijen zijn hebben de omheiningen weinig nut en is het de vraag of dit project door blijft gaan.

Tegen het eind van de middag gingen we zoals gewoonlijk naar de boomhutten. Toen we bijna bij de boomhutten waren zagen we een aantal olifanten in de verte. We reden met de jeep meer richting de olifanten. Toen we uit zijn gestapt hebben we een tijd lang de olifanten geobserveerd. Er kwamen steeds meer en meer olifanten uit het bos richting de waterplas waar wij in het gras zaten. Uiteindelijk hebben we zo’n 16 olifanten gezien. Het gaf echt een super vet gevoel, hoe we daar met z’n allen zaten. Door onze verrekijkers hadden we zelfs nog een beter zicht. Het was een super speciaal moment om te mogen beleven.


De woensdag ochtend zijn we opzoek gegaan naar voetsporen van katdieren. We houden ons voornamelijk bezig met vier verschillende: jungle cat, fishing cat, rusty-spotted cat en luipaarden. Zodra we voetsporen vinden schrijven we alle gegeven op; locatie, voor/achterpoot, linker/rechterpoot, man/vrouw, etc. Deze gegevens helpen de mensen hier om verder onderzoek te doen en erachter te komen hoe deze dieren samen in hetzelfde leefgebied leven. Normaal gesproken leeft elke soort in een eigen gebied.

Na het avondeten kregen we een documentaire te zien over het ‘human elephant conflict’ en de rol van Sri Lanka Wildlife Conservation Society hierin. Er werd onder andere uitgelegd over de rol en belangrijkheid van olifanten in het geloof. Ze worden daarvoor gebruikt in een optocht, waarvoor de olifanten versierd worden. Ook was er te zien hoe deze olifanten in gevangenschap worden gehouden om later voor deze optocht gebruikt te worden. Dit alles gaat tegen de principes van ons project in. We willen graag de mensen hier leren dat olifanten enkel in het wild horen te leven, wat erg moeilijk is omdat het een deel is van hun geloof. Hier werken we volgens het principe; saving elephants by helping people. Met al de verschillende activiteiten verzamelen we een heleboel gegevens, die de mensen van het project analyseren en veder onderzoeken. Wij gebruiken uitsluitend de wilde olifanten voor het observeren en het noteren van de gegevens.


Donderdag ochtend hebben we weer een bezoek gebracht aan de huizen waar we vorige week vrijdag langs zijn gegaan. De huizen getroffen door de olifanten. We schreven alle materialen op die de huizen nodig hebben om gerestaureerd te worden, wat hopelijk zo snel mogelijk gebeurd.

Wanneer je deelneemt aan het project mag je een keer mee het Wasgamuwa National Park in. In een super grote jeep reden we door het park. Zodra we een groep olifanten tegenkwamen werden er weer veel gegevens verzameld. Het park was super mooi en we hebben veel olifanten en andere dieren gezien. Maar ook was er een olifant met maar één slagtand en zie je soms littekens van kogels.


Op onze laatste ochtend hadden we weer HEC, Human Elephant Conflict. We hebben één huis bezocht waarvan de achterwand helemaal verwoest was. Het dak werd enkel nog ondersteund door een boomstronk. Het was erg aangrijpend om te zien. Ze nodigde ons zelfs binnen uit voor wat te drinken om hun dankbaarheid te tonen, terwijl de schade zoveel geld gaat kosten...


Omdat ik mijn programma heb aangepast was vandaag mijn laatste dag en ga ik morgen op weg naar Ambalangoda waar ik zondag aan zal komen, voor het schildpadden project.

De keerzijde

Nu de twee weken op het Sri Lanka Wildlife Conservation Society er op zitten heb ik een beeld kunnen krijgen van de conflicten die hier gaande zijn. Ik heb heel veel mooie momenten mogen beleven, maar zo heeft elk verhaal ook zijn keerzijde. Het werk wat wij hier doen is om de olifanten te beschermen door de mensen te helpen. Van te voren wist ik niet dat de conflicten zo ernstig zouden zijn zoals ik heb gezien en ervaren. Het was daarom soms moeilijk deze problemen met eigen ogen waar te nemen.


Olifanten die de huizen van mensen verwoesten waardoor erin wonen niet veilig is voor de mensen. Een dak dat door enkel een boomstronk vastgehouden wordt, zodat het huis nog net niet instort. Dezelfde mensen nodigen ons in huis uit voor een kopje thee, wat een super dubbel gevoel geeft. Hun huis is amper bewoonbaar en toch geven ze geld uit voor ons om wat te drinken, terwijl de schade zoveel kost. Voor sommige mensen hier is het leven niks vergelijkbaar met ons leven. De kansen die wij in het leven krijgen, durven sommige van hun niet eens te dromen. Om dit van zo dichtbij te ervaren heeft heel veel indruk op mij gemaakt. Ook al kan niemand er wat aan doen waar je geboren wordt en ik welke omstandigheden, blijft het lastig om te zien dat wij het zo ontzettend goed voor elkaar hebben en mensen hier misschien nog geen twintig euro per maand verdienen.


Daarnaast is het triest te zien hoe olifanten gebruikt worden voor toerisme of religieuze gebeurtenissen. Sommige van deze olifanten worden hiervoor uit het wild gehaald. Er brand een woede in mij op zodra ik een olifant geketend aan de kant van de weg zie staan. De mensen vragen aan ons of we hem willen aanraken of foto’s willen maken, soms zelfs erger en kun je op de olifant zitten. Natuurlijk wil ik dat niet. De olifant kan enkel een goed leven leiden in het wild en dat is het enige waar ik mijn geld in steek. Zodra we ons geld op de verkeerde plek investeren blijven deze slechte dingen doorgaan. De mensen zien een kans om geld te verdienen en grijpen deze kans overtuigend met beide handen, omdat ze weten dat wij olifanten mooie dieren vinden.

Zowel in boeddhisme als hindoeïsme speelt de olifant een zeer belangrijke rol, wat het conflict moeilijker maakt. We willen niemand beledigen, maar willen ook dat de olifanten een natuurlijk leven leiden. Het project wil meer mensen leren over hoe belangrijk dit is en ze zo meer bewust van te maken van het feit dat de dieren enkel in het wild horen te leven.


Ik ben dankbaar dat ik deze mensen een stukje heb mogen helpen, maar ik wou dat er meer was wat ik kan doen. Over een aantal weken ga in alweer naar huis en zal mijn leven en het leven hier doorgaan zoals het was, wat me ook een dubbel gevoel geeft. Nu ikzelf heb gezien hoe angstaanjagend en gevaarlijk het leven hier kan zijn, krijg ik meer drang om te helpen. Ook al is er niet veel nodig om een goed leven te leiden, wat ik hier zelf ook heb ervaren, is het wel belangrijk dat mensen een veilig leven leiden en dat is iets waar ik graag bij zou willen helpen. Ik had nooit verwacht dat het zoveel indruk op me zou hebben als het heeft gedaan. Ik denk dat het goed is voor een ieder om problemen een keer van zo dichtbij mee te maken, om meer een beeld te krijgen van de verschillen die er in de wereld zijn.


Ik hoop dat ik in de toekomst meer kan doen om een groter verschil te maken voor de mensen die het nodig hebben.

Pidurangala

Dit weekend ben ik samen met Janne en Sies, broer en zus van België, op pad gegaan. Op zaterdag zijn we vanaf Wasgamuwa naar Dambulla gegaan waar we de grotten hebben bezocht. Totaal waren er vijf hele mooie grotten met prachtige plafond schilderingen en veel boeddha’s. 

Vanaf Dambulla zijn we verder gegaan naar Sigiriya. We hebben in een homestay geslapen bij een super gastvrije familie! Zondagochtend zijn we vroeg opgestaan om de Pidurangala te beklimmen. Al vrij snel hadden we de top bereikt. Het begin was vrij makkelijk te lopen omdat er een stenen trap was, later werd het wat lastiger door de rosten maar het was een leuke uitdaging. Het was de bedoeling om de zonsopgang te zien, maar dit werd ons helaas niet gegund, de zon zat achter de wolken. Ondanks dat hadden we nog steeds een super uitzicht! Vanaf de Pidurangala kun je de erg bekende Lions Rock zien, te zien op de foto’s. Na de mooie bezichtigen zijn we weer met de bus terug naar Wasgamuwa gegaan. 

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Travel Active